Wat is een loonsanctie?

Het UWV kijkt aan het einde van het tweede ziektejaar (bij 104 weken) of de werkgever voldoende heeft gedaan aan de re-integratie van de medewerker. Is dat niet het geval dan kan het UWV besluiten tot een loonsanctie.

Mannetje

Loonsanctie

Voor het UWV gaat het er in de beoordeling om of de werkgever er alles aan heeft gedaan om de zieke medewerker weer aan het werk te krijgen, ook als dit niet gelukt is. Heeft de werkgever naar oordeel van het UWV niet genoeg gedaan of niet de juiste stappen binnen het re-integratietraject gezet, dan kan het UWV overgaan tot een loonsanctie.

Het UWV kan de WIA-aanvraag van de medewerker opschorten. Het loon moet dan voor maximaal 52 weken worden doorbetaald. Dat wordt een loonsanctie genoemd.

Een loonsanctie kan worden bekort wanneer de werkgever alsnog start met de juiste re-integratie-inspanningen.

Het UWV kan ook van oordeel zijn dat een werkgever te laat is begonnen met de begeleiding van de zieke medewerker naar ander werk, bijvoorbeeld omdat de werkgever te lang vastgehouden heeft aan de inzet van re-integratie in het eerste spoor. Zet een tweede spoortraject daarom tijdig in!

Calder Werkt helpt werkgevers aan te tonen dat zij aan alle verplichtingen rondom de Wet Verbetering Poortwachter hebben voldaan.

Het traject

Het doel van het tweede spoortraject is het vinden van een passende baan voor de medewerker buiten de eigen organisatie. Daarom gaan wij vanaf het eerste moment met de medewerker aan de slag om extern een nieuwe baan te vinden.

Lees meer over het traject

Re-integratie derde spoor

Als een medewerker na twee jaar nog ziek is dan volgt een WIA-keuring bij het UWV. Medewerkers die nog arbeidsmogelijkheden hebben (35-80% arbeidsongeschikt) komen in aanmerking voor een WGA-uitkering. Is een werkgever eigenrisicodrager voor de WGA dan is het zinvol om Calder Werkt in te schakelen voor de re-integratie van de medewerker om zo kosten te besparen.

Lees meer over re-integratie derde spoor